Je loopt in een straat die uitkomt op een bescheiden plein. Bij je eerste stappen op het plein word je verrast, volkomen overrompeld door een lied. Het komt niet uit luidsprekers. Er staat geen band, ergens op een podium. Die zou je al van ver hebben gehoord. De tonen van een menselijke stem snellen onversterkt en zonder beletsel bij je naar binnen. Ze treffen je. Tranen schieten je in de ogen. De muren van gebouwen rond het plein versterken het geluid. Er was geen aankondiging, geen vermoeden. Het gebeurt. Zoals je ogen in een bos onverwacht en dichtbij een hert zien. Die ontroering.
Maar dit is geen bos. Dit is de openbare ruimte. Alles wat je daar ziet is het gevolg van menselijke planning en constructie, opstapeling in de tijd. Versteend en toch leeft zij. Ze heeft haar eigen karakter, haar eigen natuur. Je komt daar niet alleen met een doel. Ook niet om er waarnemingen te doen. Al gaan je ogen hier wel degelijk rond, en kruis jij de vluchtige blik van anderen. Anderen, dat zijn bewoners, bezoekers, mensen aan het werk of pauzerend, met elkaar pratend, winkelend, dwalend, of in rust op een bank. Bij toeval bijeen op dit tijdstip op deze plek. Een tijdelijke constellatie. Hier maar ook daar en daar, nu en straks. Zo was het lang geleden. Ook zonder een ontmoeting, zonder een aankoop te doen, zonder een gepland bezoek, ben je deelnemer. Vaak zonder je er bewust van te zijn, ben je ontvankelijk voor lichtval, schaduwen, ritmes van gevels, de atmosfeer, sculpturen, schilderingen, en aldoor je persoonlijke associaties die jou op een onzichtbare manier verbinden met die van anderen.
Deze ruimte is ingericht. Toch wil je niet dat álles is ingericht. Ingericht volgens één eenduidig plan. Dat het sluit. Wat je ervaart bepaal je zelf, ook de weg die je loopt. En wat je ziet. Je zou je anders opgesloten voelen. Alsof iemand jou zijn wil oplegt. Jou insluit. Of juist buitensluit. De ideale inrichting is er een die je niet kunt bedenken. Er is iets in van groei, van toeval, van spontane landing, onverwacht treffen. Zoals dat lied dat je oren binnenkwam en je hart raakte. Je moet er vrij in zijn, je er prettig voelen of juist in je treurigheid van die dag verblijven, tot later misschien blijkt dat iets in deze atmosfeer jou ongemerkt heeft opgebeurd. Het is vrijblijvend en tegelijkertijd volstrekt niet. Je voelt dat heel veel verschillende mensen verantwoordelijk zijn voor deze ordening. Lang geleden al en nog steeds. Je kunt je er thuis voelen. Je kent deze ruimte nooit helemaal. Er is veelheid én samenhang. Er is zorg.
In het publieke domein bevinden zich ontelbare vormen die deze stedelijke biotoop op heel veel verschillende niveaus een gezicht geven. En de habitats daarbinnen. Techniek, ambachtelijke werken, kunstwerken. Van monumentale objecten tot minuscule details. Op elk niveau hebben dingen vorm gekregen. De straten, gebouwen, de stenen, ritmes, reliëfs, de kleuren, beelden en teksten, in en buiten de etalages. Je komt er ook clichés tegen. Resultaat van uniforme verkoopformules, naïeve opvattingen over ‘wat iedereen mooi vindt’ of ‘leuk’. Ook die zijn bedacht. Vaak voorspelbaar, soms smakeloos. Als er hiervan te veel zijn, stompen we af, zullen ze ons hinderen. Dit alles vind je in alle steden, de weerspiegeling van tijdgeest en cultuur. Ze lopen nu het gevaar zeer op elkaar te gaan lijken. Dat is geen goed teken.
Originele vormen verlevendigen het geheel écht. Als dat lied. Tastbaar, prikkelend voor ál je zintuigen. Ze prikkelen je gedachten over het leven, jouw leven, de wereld. Ongemerkt sla je aan het mijmeren over wat je zojuist waarnam. Wat je opving is geen behang meer. Het betrekt je, verandert in een avontuur. Het begin van dat avontuur heet ‘ontvankelijkheid’. Voor het openpeuteren van de grenzen in je blik is ook kunst nodig. Authentieke verbeeldingskracht. In elke tijd wordt de openbare ruimte in gelijke mate bezield door makers, opdrachtgevers en gebruikers. Het gesprek is belangrijker dan volledige consensus. Want dit is de kern: dat we het vermogen hebben om te ontvangen, te vieren en over te dragen. Het leven zelf.