BLAStblog #20 – Wortels in Breda

Onlangs, op een zonnige zaterdagochtend , kwamen twee groepen van BLASt langs bij de tuin Wortels in Breda aan het Sulkerpad, die ik daar vertelde over het initiatief, de zelfoogsttuin. Vanuit die ontmoeting werd ik gevraagd om dit blog te schrijven.

In 2016 klopte ik bij vereniging Markdal aan, in mijn zoektocht naar grond. Het plan van een zelfoogsttuin, biologisch beteeld en vanuit het principe van CSA (Community Supported Agriculture of door de gemeenschap ondersteunde landbouw) past in hun visie en met een enorm geluk hadden zij inderdaad een akker, bij Ulvenhout, beschikbaar. Goede grond, goed bereikbaar en gelegen in een prachtig gebied. Nu, na vier jaar, zijn we toegegroeid naar zo’n tweehonderd deelnemers die van mei tot in december komen oogsten, op samenwerkzaterdagochtenden meehelpen en die bij onder meer een eindejaarsbijeenkomst hun inbreng geven. Dit even heel in het kort over de tuin. Hoe het precies werkt en over mijn achtergrond kun je lezen op de website.

Van een akker waar jarenlang snijmais tot aan de uiterste randen werd geteeld, waar een paar keer per jaar een trekker kwam bemesten, spuiten, zaaien, dorsen, is de akker nu een lappendeken van diverse teelten met paden, bomen en wat heesters langs de rand. Dat is een flinke verandering maar de grootste verandering is dat er nu dagelijks gewerkt wordt op het land en dat er mensen komen die oogsten. Het land wordt zichtbaar verzorgd, er wordt geleefd en het geeft nu een rijkdom aan verschillende groenten en bloemen. Gelegen langs het Sulkerpad, een druk fiets- en wandelpad, horen we dagelijks wandelaars en fietsers tegen elkaar reageren op wat ze zien. Met name de wielrenners kun je goed horen want die roepen alles tegen elkaar. ‘Moestuintjes!’, ‘Kijk, pompoenen!’, ‘Haha, prehistorie’ (als we met de wielschoffel bezig zijn). De Vlaamse wielrenners weten het soms precies: ‘Kijk, een samentuin, daar betaal je van tevoren en deel je het risico.’ Wat opvalt is het steeds grote enthousiasme van het zien van de bietjes en de pompoenen. Eigenlijk zo gewoon maar toch bijzonder.

Ik leef een groot deel van het jaar in dit beekdallandschap. Geniet er iedere ochtend en middag van maar na vier seizoenen staat de ‘kaalheid’ van de plek mij ook wel tegen. De akkers zonder begroeiing langs de randen. De vele eikenbomen langs de straten en het pad. Ik mis meer herfstkleur en in het voorjaar de wolken witte bloemen van sleedoorn en meidoorn. Ik mis de vogeltjes, want die vliegen niet waar geen dekking is en weinig te eten. In het voor- en najaar is er geen beschutting tegen de wind en in de zomer geen schaduw. Komend uit Zuid-Limburg en na achttien jaar op een mooie plek, aan de bosrand in de Rith, te hebben gewerkt, verlang ik naar grote bomen, veldweggetjes, schaduw, vogels. Past dat in dit landschap? Gelukkig kan ik ook blij zijn met een mooie krop verse sla en met de weelde van de eenjarige bloemen die geplukt worden door de deelnemers en ik hoop dat er langdurige zekerheid komt voor de pacht van het land en toestemming om meer aan de ecologische inrichting te kunnen werken.

www.wortelsinbreda.nl