Slagroom, spaghetti, koffie, worst, ijs. De woorden op het T-huis, het vrolijkste bouwwerkje van Breda, gloeien weer als vanouds. Na jarenlang gedoe – gemeente, eigenaar en toenmalige uitbater werden het niet eens over het onderhoud en het paviljoen stond te verpauperen – heeft de bijzondere uitspanning in park Valkenberg sinds 2020 nieuwe uitbaters en dat is goed nieuws, want het T-huis hoort bij park Valkenberg. Zelfs nu de cafés en terrassen gesloten zijn, ligt het gazon voor het paviljoen bij de eerste zonnestralen vol.
De gerenommeerde architect/kunstenaar John Körmeling ontwierp het paviljoen – ‘eenvoudig en sprankelend’ – in 1995 als integraal onderdeel van het gerenoveerde park. Meer dan een gebouwtje is het T-huis een installatie, een kunstwerk, en zo was het destijds ook bedoeld. Het paviljoen, niet veel meer dan een transparante doos opgetrokken uit glas, staal en beton, is misschien niet altijd even praktisch in gebruik maar in al zijn eenvoud wel bloedjemooi.
Het T-huis is opgebouwd op een rode, betonnen plaat die los van de grond lijkt te komen. Het idee van de ontwerper was dat het paviljoentje zo boven het golvende grasveld lijkt te zweven. Met de verlichte woordenreeks op het dak doet het, zeker ’s avonds, aan als een baken.
Met de nieuwe, enthousiaste uitbaters heeft de uitspanning een tweede leven gekregen, en dat is fantastisch; het zorgt voor dynamiek en levendigheid. Maar het heeft het T-huis als kunstwerk ook een identiteitscrisis bezorgd. Het speelse, luchtige karakter van het paviljoen wordt terneergedrukt door de (onvermijdelijke) massieve houten banken, buitenbar en plantenbakken die in de plaats zijn gekomen van de ranke terrasmeubels. Het zware meubilair ontneemt het paviljoen haar transparantie en lijkt het stevig te gronden. En dat terwijl juist die openheid, die lichtheid, de grootste kwaliteit van het T-huis is. Best jammer.
Gelukkig hebben we de foto’s nog.
foto: Ingrid Bertens ©