TERUGBLIK – BLASt in het klooster

Tijdens de Biënnale 2021 van Oosterhout heeft BLASt een drietal architectuurrondleidingen verzorgd in een van de drie kloosters van de heilige driehoek, Sint Paulusabdij. Dit van oorsprong Benedictijnenklooster, waarvan de eerste steen in 1906 is gelegd, is een ontwerp van de dan jonge Franse architect, benedictijner monnik Dom Paul Bellot. Zijn eerste grote opdracht. De rondgang door het klooster heeft ook in teken gestaan van de Nederlandse architect Dom Hans van der Laan, monnik in deze abdij, grondlegger van de Nederlandse architectuurstroming Bossche School.

In de rondleidingen heeft BLASt de bijzondere architectuur van dit gebouw onder de aandacht gebracht. Geheel in de bouwstijl van die tijd en geïnspireerd door grote architecten in die periode, Berlage en Kuijpers, heeft Bellot een bakstenen meesterwerk gecreëerd. Somber aan de buitenkant, maar aan binnen een ingetogen prachtig schouwspel door optimaal gebruik van steensoorten, vormen en kleuren. Bijzonder in het gebouw is de tweebeukige kloosterrondgang en het ‘Esscher-achtig’ trappenhuis naar de voormalig gastenverblijven. Daarnaast spreekt de architectuur van het priester- en monnikenkoor van de voormalige kloosterkerk zeer tot de verbeelding, toonbeeld van hoogwaardige esthetiek met baksteen.

In een uitbouw uit de jaren twintig, het nieuwe gastenverblijf en kapittelzaal, nu recreatiezaal, heeft BLASt een korte uiteenzetting gegeven van het leven en werken van Dom Hans van der Laan. Op jonge leeftijd ingetreden in de orde, afkomstig uit een architectengeslacht, heeft hij in het klooster, naast zijn taak als koster, zijn studie naar bouwkunde voort gezet. Uit die studie ontstond op basis van de stroming Delftse School zijn ideeën over architectuur, vernoemd naar de plaats waar hij deze doceerde, Den Bosch. De theorie van Dom Hans van der Laan, ontwikkeld samen met zijn broer Nico, was de zoektocht naar het plastisch getal, een driedimensionale uitwerking van de gulden snede de spil. De vormtaal die is gebaseerd op een vermenigvuldiging van elementen in de architectuur in een specifieke verhouding tot elkaar. Een gedachtegoed dat hij ook toepaste op zijn ontwerpen voor kerkmeubilair en ander kerkelijke objecten als kazuifels en kaarsenstandaards.

Voor de deelnemers aan de tweede rondleiding is er een extraatje geweest. Een van de partners van BLASt, Pierre Maas van Rothuizen, deelnemend aan de rondleiding, verhaalde over zijn ontmoeting, in zijn studietijd, met Dom Hans van der Laan in Vaals. De plaats waar Van der Laan vanuit Oosterhout naar was verhuisd om daar zijn Bossche School meesterwerk, Abdij Sint-Benedictusberg, te realiseren. Interessant om vanuit de eerste hand een verhaal te hebben over iemand uit een recent verleden.

Naast de rondleiding in het klooster, is er aandacht gegeven aan de kloosterkerk uit de jaren vijftig van architecten, vader en zoon, Sluijmer en aan het gastenverblijf aan de noordzijde van de abdij. Een onderwerp van Dom Hans van der Laan uit 1938, een van zijn eerste ontwerpen en opmaat voor de theorie van de Bossche School. In de rondleiding over het terrein van de abdij, niet toegankelijk tijdens de Biënnale, zijn twee kleinschalige, verborgen, rijksmonumenten aanschouwd. Het pompstation en de garage/fruitopslag, beide ontworpen door de monniken, onder supervisie van Alexander Kropholler gerealiseerd. Die supervisie is duidelijk terug te zien in de vormgeving van de bouwwerken.

Voor Stichting BLASt zijn de rondleidingen, medewerkend aan de Biënnale, andersoortige momenten geweest waarop het publiek deelgenoot kon worden gemaakt van architectuur. Aandacht geven aan toepassingen in de kunsten die zowel functionaliteit als esthetica voorstaan. De rondleidingen zijn als waardevol en bijzonder ervaren, daar het de mogelijkheid om dit gesloten rijksmonument, thans bewoond door de rooms-katholieke, apostolische gemeenschap Chemin Neuf, te bezoeken.

Foto: Roel Wildervanck ©