TERUGBLIK: Stadsgesprek Panorama Breda

Wat kan Panorama Nederland betekenen voor Breda? Die vraag stond centraal tijdens het stadsgesprek dat stichting BLASt op maandag 17 juni organiseerde. Op de avond kwamen zo’n 75 belangstellenden af.

Panorama Nederland, een 360 graden-installatie, schetst een toekomstperspectief voor de ruimtelijke inrichting van Nederland. De kijker kan op ooghoogte zien hoe Nederland zich kan ontwikkelen als antwoord op de grote maatschappelijke vraagstukken van nu, zoals het veranderende klimaat en energietransitie. Panorama Nederland  was van 14 tot 21 juni te zien in de Teruggave (het voormalige Belastingkantoor) aan de Gasthuisvelden 11 in Breda. Reden voor BLASt, het Bredaas platform voor landschap, architectuur en stedenbouw om die week uit te roepen tot Week van de Architectuur, met als centraal thema De stad van de toekomst.

Tijdens het stadsgesprek ging een panel van deskundigen met elkaar in gesprek, aan de hand van vier thema’s die actueel zijn voor de ontwikkeling van Breda. De avond werd ingeleid door Teun van de Ende, die werkt voor het College van Rijksadviseurs. Sprekers waren:

  • Bert Dirrix (diederendirrix) – de compacte stad
  • Eefje Remijn (GGD Breda) – de gezonde stad
  • Eric Frijters (FABRICations)  – energietransitie
  • Jan Janse (Staatsbosbeheer) – de groene stad

Ook schoven Bertwin van Rooijen (hoofd stedelijke ontwikkeling Breda) en Paul de Beer (wethouder stedelijke ontwikkeling, vastgoed en klimaat) aan. De avond werd gemodereerd door Hilde Blank (BVR). Blank: ‘Het gaat vanavond over vernieuwing.’

Inleiding
Inleider Van de Ende sprak zijn blijdschap uit dat Panorama Nederland ertoe leidt dat op diverse plekken in Nederland, zoals nu in Breda maar ook elders, over de toekomst van de stad wordt gepraat. Hij vertaalde de vier thema’s van de avond als: water verbindt; meer tijd voor elkaar; nieuwe energie en rijker boerenland. Van de Ende: ‘Panorama Nederland gaat over wat we kunnen en wat we willen. Solidariteit is daarbij heel belangrijk.’ 

Op de vraag uit het publiek of het wel verstandig is om te verdichten op plekken (en dan met name in de Randstad) waar in de toekomst de waterstand een probleem is, beaamde Van de Ende dat dat vraagstuk inderdaad meer aandacht zou mogen krijgen bij het maken van plannen. Maar hij gaf ook aan dat die kwestie verder in de toekomst ligt. 

De compacte stad
Dirrix betoogde dat een compacte stad een inclusieve stad is, een stad van iedereen. Het is van belang om de omvang van de stad te beheersen en de mobiliteit te beperken. Die verdichting kan op een prettige manier worden bereikt door verschaling, dus door niet alleen hoogbouw in te zetten. Als geslaagd voorbeeld noemde hij de wijk Strijp-S in Eindhoven.

In Dirrix’ ogen is de stad van de toekomst geen traditionele stad. Hij introduceerde het fenomeen heterotopie als idee voor de toekomstige stad. Daarbij vervagen de grenzen tussen publiek en privaat. Samenhang wordt gevonden in de bouw van ensembles, dit in tegenstelling tot solo’s. 

Wethouder De Beer merkte desgevraagd op dat Breda op dit moment te weinig lef toont in zijn keuzes voor de toekomst – bijvoorbeeld in vergelijking met de tijd dat het Chasséterrein werd ontwikkeld – en meer stedelijkheid nodig heeft.

De gezonde stad
Remijn ziet in de toekomst Breda als een vitale en inclusieve stad. Ze haalt de nota aan van RIVM, waarin wordt gesteld dat het heel goed gaat met de volksgezondheid, maar tekent daarbij aan dat vergrijzing en leefstijl in het Breda van de toekomst zeker aandachtspunten moeten zijn. Voor een gezonde stad moeten keuzes worden gemaakt en scenario’s ontwikkeld. 

Energietransitie
Frijters vertelt dat we bezig zijn aan een grote systeemtransitie en laat aan de hand van verschillende schema’s zien hoe lastig het is om te analyseren hoe de stad werkt – ‘over de werking van het menselijk lichaam weten we meer’. De data die beschikbaar komen door de huidige digitalisering maken een betere analyse mogelijk. Frijters pleit ervoor om gebieden in één keer integraal aan te pakken bij het ‘toekomstproof’ maken, en niet te verzanden in afzonderlijke projectjes. Verbinden van de verschillende opgaven en aansluiten op het Bredaas DNA staan hierbij voorop.

De groene stad
Landschapsarchitect Janse stelt dat we voor een omslag van het landschap staan; elke transitie heeft invloed op het landschap. Breda, dat ingebed is in een groene omgeving, heeft weliswaar goede condities, maar de verbinding met groen en water kan veel beter. De landschappelijke ligging van Breda in het overgangsgebied tussen zand en klei zou uitgangspunt moeten zijn bij elke ontwikkeling in de stad.

Slot
De vraag rijst of iedereen niet veel te sectoraal bezig is. Daar zijn eigenlijk alle sprekers het mee eens. Frijters stelt dat verbreding nodig is, en pleit voor een integrale aanpak. Van Rooijen is het daarmee eens en stelt dat die ambities wel leven bij de gemeente Breda. Volgens Dirrix zou het helpen om te focussen op enkele goede voorbeelden. 

De Beer besluit met de opmerking dat groen en water prioriteit hebben bij de toekomstige ontwikkeling van Breda. De Beer: ‘We willen kwaliteit toevoegen, en nieuwe iconen – groen kan zo’n icoon zijn.’

https://www.collegevanrijksadviseurs.nl/projecten/panorama-nederland